Gastblogger Clair vertelde al veel over haar miskramen.
Vorige week
deelde ze hoe ze verder ging na haar derde miskraam en hoe dat tegenviel. Vandaag maakt ze dit verhaal af;
Vorige week vertelde ik dat de hulp die ik kreeg eigenlijk te licht voor mij was op dat moment. Op eigen verzoek werd ik doorgestuurd naar een psychologe, die vaststelde dat ik een 'onvolledige PTSS' had. Je voldoet dan niet aan alle criteria, maar het was wel voldoende om EMDR aan te raden.
Ondertussen werd ik bij wijze van spreken platgebeld door het UWV en de Arboarts. Na twee weken kreeg ik het eerste telefoontje en al snel werd ik uitgenodigd om langs te komen. “Waarom konden ze me niet heel even met rust laten? Denk ik een keer écht aan mezelf, word ik aan alle kanten lastiggevallen”. Zo voelde het op dat moment voor mij.
Ondanks dat ik lieve en begripvolle artsen heb gezien, werd het mij duidelijk dat ‘het geestelijke’ eigenlijk nog niet goed erkend wordt bij een ziekmelding. En ook deze artsen gaven toe dat de regeltjes hier nog niet helemaal klaar voor zijn. Naast de EMDR-sessies en het thuiskomen bij een driftige peuterpuber (ik geef toe dat ik soms huilend op de wc zat) was ik mijn werk weer aan het opbouwen. Dit was best pittig.
Het verdriet kreeg een plek, maar dit maakte ruimte voor angst. Gelukkig was ik in staat een paniekaanval onder controle te houden, maar dit is het afgelopen jaar een gevecht geweest voor mezelf. Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel en wilde graag weer wat doen om afleiding te hebben en me nuttig te maken. Zelfs de Arboarts vond destijds dat ik snel aan het opbouwen was. Ik ben er nog steeds niet uit of ik er goed aan gedaan heb. Ergens vond ik het heel prettig om bezig te zijn en niet thuis te zitten, maar soms vraag ik mij af of ik mezelf niet meer tijd had mogen geven om geestelijk te herstellen.
Ik rondde de therapie in het nieuwe jaar af en werkte ondertussen alweer volledig. Ik had nog wel paniekaanvallen, maar omdat dat in eerste instantie niet mijn hulpvraag was gingen we daar niet op door.
Ook omdat ik ermee kon dealen en wist hoe ik ermee om moest gaan. Ik gaf aan dat het naar mijn mening gerelateerd was aan het zwanger worden en hoopte dat dit na een goede zwangerschap óf het besluit te stoppen, over zou gaan.
Ik moest nou eenmaal zelf verder herstellen en tijd doet ook een hoop. Ook wisten we nu dat de miskramen ‘gewoon stomme pech’ is geweest. Er is bij mij bloedonderzoek uitgevoerd en samen hebben we een chromosomenonderzoek laten doen. Hier kwam dus niets uit. Ergens voelt dat heel fijn, je hoeft je bij een mogelijk volgende zwangerschap geen extra zorgen te maken over een bepaalde ‘afwijking’ bij jezelf. Maar toch is de verklaring ‘pech’ zo dubbel.
Het liefst wil je een antwoord en een reden. Maar goed, we waren wel heel blij dat er dus niks met ons aan de hand is en we een eventuele volgende zwangerschap als een nieuwe kans konden zien.
Luuk heeft er wel meer moeite mee gehad dan wij gedacht hadden. Regelmatig komt de baby voorbij in zijn verhalen en stelt hij een hoop vragen. Zomaar uit het niets kan de vraag komen hoe wij onze baby genoemd hadden of vraagt hij of de baby bang is als het onweert.
In het voorjaar zijn we met hem naar de dokter geweest, omdat hij regelmatig aangaf pijn aan zijn hart te hebben. Ik dacht eerst aan maagzuur of gewoon honger hebben, maar het kwam op wisselende momenten voor. Ik wilde Luuk ook serieus nemen, dus we gingen toch maar even langs. De dokter kon niks vinden, maar vroeg gelijk of er iemand in onze omgeving was overleden of dat er iets spannends ging gebeuren..
Kinderen zijn zo gevoelig en de gebeurtenissen zijn bij hem ook niet in zijn koude kleren gaan zitten. Daarnaast zou hij bijna naar school gaan. Genoeg reden voor spanning dus! Wat heb ik mij vaak schuldig gevoeld en soms nog. Vaak heb ik gewenst dat we hem nooit hadden meegenomen naar de echo, dan zou hem een hoop gepaard zijn gebleven. Maar ook dan had Luuk een hoop meegekregen en het hoort ook bij het leven.
De tijd heeft zeker zijn werk gedaan. Het gaat goed met ons en een jaar rust van het zwanger worden heeft ons goed gedaan. Al met al hebben we het toch maar geflikt met zijn drietjes. We hebben ons erdoorheen geslagen!
Natuurlijk mag het verdriet er zijn, maar we zijn sterker geworden als stel én als gezin. En daar ben ik toch ook wel heel dankbaar voor en super trots op.