Gastblogger Clair
heeft jullie veel vertelt over haar miskramen. Je vindt de verhalen
hier, hier
en
hier
terug. Vandaag vertelt ze over de periode na haar derde miskraam, want hoe ga je dan verder?
In de dagen na de curettage moesten we bijkomen van alles wat we hadden meegemaakt. Ook moest ik natuurlijk herstellen van de narcose en de ingreep. Een wasje doen stond de eerste dagen al gelijk aan een marathon lopen, wat een opgave!
We kregen bloemen, visite, knuffels en sterktewensen. Het gaf een warm gevoel dat we zo gesteund werden. Ondanks al het liefs van iedereen, voelde ik mij toch erg alleen in het verdriet. Sander had er dit keer ook veel meer last van en we vonden gelukkig veel steun bij elkaar. Toch heeft ieder zijn eigen verdriet en zijn eigen manier ermee om te gaan. Ik had een doosje waarin ik de spulletjes en echofoto’s van de baby opruimde. Ook deed ik alle lieve kaartjes erin.
De kraamzorg moest worden afgezegd en moeders voor moeders belde ik af. Dit was erg moeilijk, maar het moest gebeuren. Luuk hadden we verteld dat de baby heel erg ziek was geworden en niet geboren kon worden.
In het ziekenhuis was de baby uit de buik gehaald en het kindje was nu een sterretje in de lucht geworden. Het is bizar hoeveel zo’n klein mensje meekrijgt en toch al begrijpt. Wat kregen wij extra veel liefde van dit kleine mannetje, die heel goed snapte dat papa en mama verdrietig waren. Maar het leven gaat door en we moesten er zijn voor Luuk. En dat vond ik een enorme troost.
Na elke miskraam werd het besef van ons grote geluk in de vorm van Luuk groter. En nu helemaal. Een week later was Luuk jarig, dus met een grote glimlach en een huilend hart van binnen hebben we er een mooie dag van gemaakt. En we hebben gelukkig ook veel plezier gehad, want daar ging het om. Ik besefte mij heel goed dat ik wilde dat Luuk er zo min mogelijk van merkte. Wij zijn wel van mening dat verdriet erbij hoort in het leven en dat hij onze emoties zéker mag meemaken (en of hij dat heeft meegekregen). Maar we wilden ook dat hij meekreeg dat we dolgelukkig zijn met hem en dat we niet minder gelukkig zijn als hij ons enige kindje blijft.
Maar goed, doorgaan dus...
Heel makkelijk gezegd en dat lukte mij na de eerste twee miskramen eigenlijk best goed. Dit keer viel het vies tegen. Na Luuks verjaardag voelde ik me op een avond ineens niet goed. Ineens had ik trillende en slappe benen, hartkloppingen die de hele avond aanbleven, het gevoel dat ik buiten adem was (ik zat op de bank) en weinig lucht kreeg. Waar kwam dit ineens vandaan?
Het leek op een paniekaanval, maar je denkt gelijk dat er iets mis is. Ik had mijn moeder blijkbaar zo bang gemaakt toen ik haar belde, dat ze ‘s avonds laat voor onze deur had gestaan. Ze vond me namelijk wel erg vreemd klinken. Omdat ik al naar boven was gegaan, hoorde ik dit pas de dag erna. Daarom besloot ik die dag ook gelijk de dokter te bellen, om aan te geven dat het niet zo goed met mij ging. Na alles wat er gebeurd was, vond de dokter dit niet zo raar.
Het leek alsof mijn lichaam in een overlevingsstand gegaan was. Gewoon doorgaan zoals je gewend bent? Dacht het even niet. Lichamelijk was ik gewoon in orde, dus het moest paniek geweest zijn. Ik sprak met haar af dat ik naar de praktijkondersteuner zou gaan om te praten. Ook zou ik nog even niet gaan werken.
In de weken die daarop volgde werd ik ‘s nachts vaak zwetend en met een schrik wakker. Ik sliep slechter in dan normaal en voelde vaak angst en paniek opkomen. Zomaar uit het niets. Ook voelde ik mij somber, alleen en had ik het gevoel dat mijn verdriet nooit meer over zou gaan. Het rouwgevoel viel mij dit keer erg zwaar. Sander had ook zoveel verdriet, ik wilde er graag ook voor hem zijn. Sander ging ook een keer met een praktijkondersteuner praten, om zijn gevoel bij iemand anders kwijt te kunnen. Dit luchtte bij hem al erg op. Echter voelde ik dat de hulp die ik kreeg niet voldoende was, omdat mijn klachten juist erger leken te worden.
Volgende week wil ik jullie graag verder vertellen over de periode na de laatste miskraam.