Gastblogger Bertina deelde eerder al allerlei blogs. Ze vertelt graag over haar gezin, haar belevenissen in het moederschap en alles wat haar bezig houdt. Vandaag is ze terug met een nieuwe blog, over samen spelen!
Hier kun je de andere blogs terug lezen.
Zoals gebruikelijk neem ik mijn dagelijkse ochtend douche met publiek. ’t Is een soort inloop. Douchegordijn opzij, kinderkoppie erlangs. ‘Mama, mag ik internet? Mama, hij plaagt mij, moet je werken vandaag?’ Ook ‘kleine’ Ruben doet dapper mee en is de meest trouwe aanhanger. Gedurende mijn douchebeurt scharrelt dreumes door de badkamer, heeft oneindig plezier met de deur van de wasmachine (open- dicht- open dicht) en ik besef me dat een (groot) deel van zijn plezier voort komt uit onwetendheid. Pure onwetendheid. Alleen het moment van nu telt. Wat straks komt; geen idee. Wat later moet, moet later. We zijn nu hier. Samen. Dat telt…
En dus… gaat de wasmachine open- dicht, open- dicht. Zonder doel. Zonder plan. Zonder agenda. Open- dicht. En laat ik mijn to do list langzaam los en geniet van het ‘nutteloze’ niets van het nu. Open- dicht. Open- dicht.
Dat samen spelen. Ik vind het best een ‘ding’. Natuurlijk doe ik graag dingen met m’n jongens. Knutselen, voorlezen, film kijken, het liefst samen op stap, maar samen spelen… Eindeloos met dezelfde auto in de weer? Ik vind het lastig. Het heeft geen doel. Er zit geen kop en geen staart aan. Het beweegt en lummelt maar wat. Toch een beetje zonde van m’n tijd. Ben ik te ongeduldig? Ben ik te onrustig? Ben ik de enige? Ben ik soms een beetje ontaard? Ik moet hier toch van genieten?
Natuurlijk doe ik verwoede pogingen. We bouwen een huis. In een en dezelfde kleur, met een deur, een paar ramen en een mooi puntdak. Ik heb het al helemaal uitgedokterd en bespeur stiekem wat enthousiasme over deze duidelijke opdracht met kop, staart en doel. Maar helaas, al snel gaat het mis en corrigeert zoonlief mij. Zijn huis heeft allemaal verschillende kleuren en een plat dak. Oké. Kan ik mee leven. We gaan voor een exotisch exemplaar met een dakterras. Flexibel als ik ben en trots over deze overwinning gaan we verder. Ik laat de controle langzaam los en uiteindelijk bouwen we samen aan een constructie wat lijkt op een veelkleurig verlaten spook kasteel in aanbouw. Of zoiets. Maar wat is zoon trots op zijn ‘huis’. Hebben we mooi samen gedaan en wekenlang blijft het ‘huis’ zorgvuldig bewaard en bewaakt.
Leven in het nu. Loslaten. Go with the flow. De ene dag lukt het me beter dan de andere. En daarom is alles wat wel lukt pure winst. En daarom speel ik. Roetsj ik mee van de glijbaan. Ga ik te hard voor m’n fatsoen op de schommel eindeloos en doelloos heen-en weer. Probeer ik me te vermaken met auto’s en speelgoed wat geen speelgoed is. En vecht ik. Vecht ik tegen het stemmetje wat me zegt hoe het hoort en hoe het eigenlijk wel zou moeten. Ik vecht tegen eigen onrust dat me het zicht op mijn kinderen ontneemt. Ik vecht tegen een systeem wat me verteld wanneer het ‘goed’ is en wanneer we buiten de boot vallen. En zo leer ik lopen op het water. Onzeker en vol vertrouwen.
En zo leer ik stukje bij beetje weer te spelen. Te zien wat ik verleerd ben te zien. Iets van mijzelf in te leveren om meer te kunnen ontvangen. Als dàt geen avontuur is…